Een paar jaar terug ruilde mijn broer zijn motorjachtje van zes meter in voor een zeilboot van 7,5 meter. Het was een scheepje uit 1976 waarvan wonder boven wonder de zeilen en de motor nog in een perfecte conditie waren. Het bootje lag, voor weinig geld, te koop in Bruinisse. Toen mijn broer uit balorigheid de helft van de prijs bood, was hij de eigenaar.
Samen haalden we haar op. Afgeladen met eten, drinken en kleding, als moesten we de wereld rond. Het gevolg was dat het scheepje ‘den ijk’ aan lag en wel zodanig dat we zo, van Samuel Plimsoll, als die nog geleefd had, nooit hadden mogen varen. Het gevolg was dat ze, zowel op de motor als op de zeilen, niet vooruit te branden was. Maar een kniesoor die daar op let. We waren immers aan het varen. We troffen twee zonovergoten dagen in oktober en het was een lust om op het water te zijn. ‘s Avonds en ’s nachts bleven we gezellig in Willemstad en de volgende dag dreven we, met het tij mee, naar de thuishaven Krimpen aan de Lek.
Nadat mijn broer met uiterste precisie het scheepje in de winter had opgeknapt, moest er nu gezeild worden. We waren er van overtuigd dat het schip veel beter zou lopen, als toen we haar ophaalden. Daarom deden we mee aan de zeilwedstrijden van de club. De schrijver dezes werd wederom uitgenodigd om, als ex-schipper, de eigenaar de kneepjes van het varen te leren. Maar van zeilen wisten we beiden niet veel. Om zeven uur mochten we de startlijn over gaan, maar we waren benedenwinds en benedenstrooms van de lijn verdaagd. Er stak een flinke bui op die ook nogal wat vloedstroom meebracht en dientengevolge konden we niet meer bij de startlijn komen. Na veel opkruisen startten we uiteindelijk 25 minuten te laat. Die wedstrijd eindigden we niet op de laatste plaats, omdat er twee deelnemers op moesten geven vanwege de harde wind. Maar goed- wij, de bemanning, bleven vol goede moed en hielden de moraal hoog. Met de jaarlijkse Numansdorprace zouden we best een kans maken.
Na wederom met de nodige bagage ingescheept te zijn werd koers gezet naar Numansdorp. De volgende dag zou er om tien uur gestart worden. We hadden er zin in. Bij het palaver waren er van onze kant geen vragen, wij wisten immers waar we moesten starten en wat moet je dan verder zeuren? Het was heiig, zeg maar mistig en toen we al geruime tijd hadden liggen kruisen voor de startlijn werd de race een uur uitgesteld. Het maakte ons niet uit. Zo konden wij mooi oefenen. Wel viel het toen al op dat bijna de gehele vloot aan de andere kant aan het kruisen was. Maar die hadden natuurlijk geen ex-beroepsschipper aan boord. Toen het sein ‘vijf minuten voor de start’ werd gegeven, werd het ons helemaal duidelijk dat die schepen aan de verkeerde kant zaten. Hoewel, eerlijk gezegd, was dat ook het tijdstip dat voor het eerst de twijfel toesloeg. Maar goed we wisten nog steeds niet wat we verkeerd deden. Toen we, na een mooie slag, exact op tijd de lijn wilden passeren kwam er van het startschip een seintje dat we eerst nog een extra boei, aan de andere kant van het parcours, moesten ronden voordat we over de startlijn mochten. “Waarom denk je dat al die andere schepen aan de andere kant liggen?” zei de starter met enig cynisme. Even twijfelden we, om stiekem onze tien paardenkrachten vol in de strijd te werpen, of om koers naar Willemstad te zetten, om in het bekende etablissement ‘Ons genoegen’ uit te huilen bij een kleine versnapering van het merk Bols, Bokma of Beerenburg. Maar die verleiding duurde slechts enkele tellen, tegelijkertijd waren we al op weg naar de, voor ons, nieuwe startlijn. Wind was er weinig dus het duurde geruime tijd voor we uiteindelijk als laatste startten. Overigens, niet minder enthousiast. Na zes uur fanatiek gezeild te hebben, haalden we net op tijd de finish. Een deelnemende Cornish crabber finishte nog veel later en werd gediskwalificeerd. Dus wederom gaf de lijst ons als laatste aan. Zoals te verwachten was, moesten wij het ontzien tijdens de prijsuitreiking.
Maar het zeilen had ons te pakken. En de concurrentie? U begrijpt het al, van ons zijn zij nog niet af.
Anonymus"
uit "Spiegel der Zeilvaart"